Meloen
Cucurbitaceae


Meloenen behoren tot de komkommerfamilie of Curcubitaceae en tot de soort Cucumis melo. Het zijn eenjarige planten en hun vruchten hebben heel uiteenlopende vormen, kleuren en smaken. Zo onderscheiden we onder andere de netmeloen, de cantaloupe meloen en de wintermeloen die maandenlang bewaart.

Bestuiving

Meloenen zijn eenhuizige planten met eenslachtige bloemen. Elke plant draagt dus zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. Vrouwelijke bloemen herken je aan het vruchtbeginsel. Dat is een mini-meloen die zich na de bestuiving begint te ontwikkelen. Mannelijke bloemen groeien aan het uiteinde van lange bloemstelen. De bloemen bloeien maar één dag.
Meloenen kunnen zelfbevruchtend zijn. Het stuifmeel uit een mannelijke bloem bevrucht dan een vrouwelijke bloem aan dezelfde plant.
Toch zijn het vooral kruisbestuivers en het zijn insecten, met name bijen, die de bloemen bestuiven. Alle rassen van Cucumis melo kunnen met elkaar kruisen, en ook met wilde meloenen. Meloenen kruisen niet met komkommers, watermeloenen of pompoenen.
Om kruisingen te vermijden laten we 1 km tussen twee meloenrassen. 400 meter volstaat als er zich tussen beide een natuurlijke barrière bevindt, zoals een haag.
Er bestaan ook methodes om in één tuin zaad te telen van verschillende rassen. Zo kan je een ras helemaal afschermen met behulp van insectengaas en daaronder een hommelnest plaatsen voor de bestuiving.
Een tweede methode bestaat erin twee rassen om de beurt gedurende één dag af te schermen. Zo kunnen wilde insecten beide rassen afwisselend bestuiven. Door deze techniek worden sommige bloemen echter niet bestoven, waardoor de opbrengst lager zal liggen.
Ten slotte kan je ook met de hand bestuiven. Dat is bij meloenen moeilijker dan bij courgettes of pompoenen omdat de bloemen veel kleiner zijn. Ook is het niet zo eenvoudig te zien welke bloemen de volgende dag zullen ontluiken.
Nog belangrijker is het feit dat 80 % van de vrouwelijke bloemen het vruchtbeginsel op natuurlijke wijze aborteert. Handbestuiving is een stuk minder doeltreffend dan bestuiving door insecten: niet meer dan 10 tot 15 procent van de manueel bestoven bloemen vormt nadien een vrucht.
Meer uitleg over deze drie methodes vind je in de modules over isoleertechnieken en handbestuiving in het ABC van de zadenteelt.

Teeltcyclus

De teelt van meloenen voor zaad verloopt net zoals die van meloenen die voor consumptie bestemd zijn. Meloenen houden van warm weer, al is die behoefte niet even groot voor alle rassen.
Selecteer minstens 6 zaaddragers om voldoende genetische diversiteit te garanderen. Een dozijn of meer is nog beter.
Besteed voldoende aandacht aan de keuze van zaaddragers die beantwoorden aan de kenmerken van het ras: vroegrijpheid, groeikracht, het aantal vruchten, de mogelijkheid in gematigde streken buiten te telen, de smaak en de zoetheid van het vruchtvlees.
Verwijder zieke planten. Zodra de vrucht rijp genoeg is voor consumptie, is ook het zaad rijp voor de oogst.

Zaden oogsten, schonen en bewaren

Snij de meloen open en lepel het zaad in een bord. Het vruchtvlees kan je opeten.
Spoel de zaden nu simpelweg schoon onder stromend water en laat ze drogen in de schaduw. Zaad dat droog genoeg is breekt als je het probeert dubbel te vouwen.
Steek steeds een etiket met daarop het productiejaar en de namen van soort en ras bij het zaad in het zakje, want opschriften óp het zakje worden gemakkelijk weggewist. Bewaar het enkele dagen in de diepvriezer om af te rekenen met eventuele parasieten.
Meloenzaad blijft gemiddeld 5 jaar kiemkrachtig, soms zelfs tot 10 jaar.

We use cookies to store your preferences of navigation on the website. We don't use any trackers or advertisers.

Close